Maandag heeft de Uitvoerende Raad van UNESCO tijdens zijn achtste buitengewone zitting met een aanzienlijke meerderheid een resolutie aangenomen ter ondersteuning van de onderwijsactiviteiten van de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) in de bezette Palestijnse gebieden. .
De resolutie bevestigt opnieuw de inzet van UNESCO om onderwijs te bieden aan Palestijnse vluchtelingen.
Vijftig van de 58 lidstaten stemden voor de resolutie, terwijl twee landen zich onthielden, twee afwezig waren tijdens de stemming en vier landen (Duitsland, Roemenië, Letland en de Verenigde Staten) tegen stemden.
De sessie werd gehouden op verzoek van twaalf lidstaten: Chili, Cuba, Djibouti, Indonesië, Jordanië, Mexico, Nigeria, Pakistan, Qatar, Zuid-Afrika, Spanje en Turkije.
De resolutie was een reactie op de Israëlische wetgeving die de activiteiten van de UNRWA bedreigt, wat ernstige gevolgen zou kunnen hebben voor het onderwijs aan Palestijnse vluchtelingen.
De resolutie benadrukt het belang van onderwijs als een fundamenteel recht en veroordeelt alle maatregelen die het recht van Palestijnse kinderen op onderwijs in gevaar brengen.
Ahmad Abu Holi, lid van het Uitvoerend Comité van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) en hoofd van de afdeling Vluchtelingenzaken, verklaarde dat de aanneming van deze resolutie een overwinning is voor de Palestijnse zaak en een duidelijk antwoord op de illegale Israëlische wetgeving.
Hij benadrukte de essentiële rol van UNRWA en de gedeelde inzet van UNESCO en UNRWA om onderwijs te blijven bieden.
Hala Tawil, de Palestijnse ambassadeur bij UNESCO, bedankte de landen die de resolutie steunden en riep de internationale gemeenschap op ervoor te zorgen dat het werk van de UNRWA doorgaat totdat een rechtvaardige en alomvattende oplossing voor de Palestijnse zaak is bereikt.