Tussen bevolking en productiviteit | De ster

Naast de verschillende sterke punten van China in zijn robuuste economie zijn er ook verschillende fundamentele zwakheden.

Een van de meest genoemde gevallen is een ‘krimpende bevolking’, of meer specifiek een afnemende beroepsbevolking. Wanneer demografische factoren rechtstreeks van invloed zijn op de productiviteit, kan de uitdaging aanzienlijk zijn.

De centrale regering van China heeft naar verluidt onvoldoende aandacht voor het probleem, of is in enige paniek over de gevolgen ervan voor de toekomstige groei. De dreigende somberheid die veel pessimisten voorzien, kan echter overdreven zijn.

Demografie is altijd een groot probleem geweest voor China. Jarenlang, toen de bevolking de grootste ter wereld was, domineerde de angst voor overbevolking de zorg om dagelijks “meer dan een miljard monden te voeden”.

Maar nadat het beleid 75% van de bevolking uit de armoede had gehaald en China in de grootste markt- en handelsnatie ter wereld had veranderd, veranderden de uitdagingen. De prioriteit is nu om die enorme markt en zijn enorme productiecapaciteit draaiende te houden.

De zorg over de veronderstelde inkrimping van de productieve bevolking concentreert zich op het feit dat deze aan beide kanten tegelijkertijd plaatsvindt: een aanzienlijke vergrijzing van de bevolking en lage geboortecijfers.

Veel jongvolwassenen die ervoor kiezen het huwelijk uit te stellen of te vermijden en een gezin te stichten, helpen niet. Dat geldt ook voor het onvruchtbaarheidspercentage van 17% van de paren.

Toch zijn er verzachtende factoren die erop wijzen dat het probleem beheersbaar is. Beleidsmakers begrijpen de implicaties en zijn begonnen met het toepassen van enkele oplossingen.

Tegelijkertijd zijn veel jongvolwassenen nu werkloos of hebben ze onvoldoende werk. Er zijn banen beschikbaar die velen nog steeds liever negeren.

In meerdere industrieën, van productie tot landbouw, heeft automatisering geleid tot digitalisering en verschillende toepassingen van kunstmatige intelligentie. Modernisering betekent ook een verminderde behoefte aan personeel in de traditionele zin van het woord.

China beschikt al over de grootste toepassing van robotica ter wereld, met meer dan 1,75 miljoen robots in de dagelijkse fabrieksactiviteiten. Dit wereldrecord wordt geëvenaard doordat 85% van de robots wordt geproduceerd door binnenlandse gereedschapsmakers, dus opschalen om aan de productievereisten te voldoen is geen probleem.

China en de VS zijn de twee leidende landen ter wereld op het gebied van de ontwikkeling en toepassingen van AI. Op gebieden waar de VS voorop lopen, wordt de kloof kleiner.

De voortdurende stijging van de Chinese industrie in de waardeketen van de productie is meedogenloos. Waar geschoolde werknemers de voorkeur hebben boven machines, kunnen trainingsprogramma’s helpen de huidige vaardigheden te verbeteren.

Het beleid vereist nog steeds dat de productie een steunpilaar van de economie blijft. Maar waar voorheen de kwantiteit van de output de leidende prioriteit was, is het nu de productiekwaliteit.

Dit komt overeen met de ambities van ‘Made in China 2025’, dat technisch gezien volgende maand begint en upgrades van de productkwaliteit in alle sectoren vereist. Deze natuurlijke vooruitgang is een bekend patroon voor de grote industrialiserende economieën in Azië.

De auto-industrie is een voorbeeld van de parallelle ervaring met Japan. Nadat Japanse auto’s in de jaren zestig en zeventig de westerse merken op prijs hadden verslagen, gingen ze verder op het gebied van productkwaliteit: Honda, Nissan en Toyota introduceerden respectievelijk Acura, Infiniti en Lexus in de jaren tachtig.

BYD, Geely, GAC en GWM hebben nu luxe submerken geïntroduceerd met Denza, Zeekr, Hyper en Tank en Wey. De verschillen met Japan zijn onder meer dat Chinese merken onderling competitiever zijn, op grotere schaal opereren en sneller kwaliteitsupgrades aanbieden.

Het benadrukken van kwaliteit boven rechtvaardige kwantiteit komt ook overeen met de realiteit van de Chinese binnenlandse markt. De consumptiecapaciteit blijft bestaan, maar is grotendeels latent gebleven, zodat de minder actieve consumenten die bereid zijn geld uit te geven verbeterde goederen zouden kopen die verder van de duurdere markt zijn.

Dit helpt ook om de concurrentiepositie ten opzichte van westerse merken te verbeteren. De auto-industrie is een voorbeeld, symptoom en indicator van de huidige trends in het internationale concurrentievermogen op de mondiale markten.

Het verbeteren van de technologie op verschillende gebieden helpt de Chinese industrie om meer en betere goederen te blijven produceren met een kleiner personeelsbestand, door de productiviteit te verhogen. Het helpt ook de bevolkingsomvang in stand te houden via medische toepassingen zoals in-vitrofertilisatie (IVF).

De IVF-faciliteit wint gestaag aan populariteit met gemiddeld 300.000 geboorten per jaar. Vanaf volgend jaar zullen er landelijk meer IVF-klinieken beschikbaar komen, waarbij beleidsmakers overwegen om alleenstaande vrouwen hier toegang toe te geven.

De veerkracht van China ten aanzien van uitdagingen is aanzienlijk, met een systeem dat op uitdagingen reageert. Leefstijlvoorkeuren, zoals langer alleenstaand blijven, kunnen uiteindelijk worden gevormd door geïnformeerde beleidsvorming.

Tijdens de Grote Hongersnood van 1959-1961 daalde de bevolking met bijna 14 miljoen. Maar in de daaropvolgende drie jaar groeide de bevolking met ruim 46 miljoen.

De omkeringen van het éénkindbeleid vonden in fases plaats in 2013, 2015 en 2021. Hoewel ze eerder hadden moeten worden ingevoerd, is de uitdaging van vandaag vooral een kwestie van beleidskalibratie.

De ervaring van China, die zowel economische successen als beleidsfouten omvat, zou waardevolle lessen moeten zijn voor andere ontwikkelingslanden in vergelijkbare situaties.

Eén daarvan is dat een grote bevolking geen onoverkomelijk probleem hoeft te zijn als er voldoende middelen zijn om productieve arbeidskrachten op te leiden. Een andere is dat technologie helpt de productiekosten te verlagen, de industriële productiviteit te verhogen en de bevolkingsomvang aan te passen.

Nog een andere les ligt in het proactief zijn om dreigende problemen te voorkomen. Een verantwoorde en responsieve beleidsvorming kan meerdere uitdagingen helpen verzachten.

Bunn Nagara is directeur en Senior Fellow van de BRI Caucus voor Azië-Pacific, en Honorary Fellow van de Perak Academy. De hier geuite standpunten zijn uitsluitend de zijne.