Elke dag worden we wakker met een nieuwe kop over weer een moord, een nieuwe daad van geweld in de Arabische samenleving. Vorige week nog werd de auto van burgemeester Talal Al-Karnawi van Rahat in brand gestoken na een weekend van acht moorden in minder dan 48 uur. Deze incidenten komen tegen de achtergrond van een verklaring van politiecommissaris Dani Levy, waarin hij beweert dat we trots moeten zijn op de daling van de misdaadcijfers als gevolg van de inspanningen van de Israëlische politie.
We zitten midden in een misdaadepidemie, met gemiddeld één moord per 1,68 dagen in Israël – een onvoorstelbare statistiek. Noch de cijfers, noch de meest recente gebeurtenissen hebben de politie of het Ministerie van Nationale Veiligheid er echter toe aangezet de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de veiligheid van de Arabische samenleving, die een vijfde van de bevolking van het land omvat.
Sinds begin dit jaar hebben er duizenden schietincidenten en ruim 220 moorden plaatsgevonden in de Arabische samenleving – schokkende cijfers die de hele staat op hun grondvesten hadden moeten doen schudden.
Tragisch genoeg zijn veel slachtoffers onschuldige omstanders, gevangen in een vicieuze cirkel van geweld die niemand langer spaart: kinderen, vrouwen, jongeren en ouderen, inclusief schooldirecteuren en onderwijzend personeel. Angst is voelbaar op straat; moeders zijn bang om hun kinderen naar school of werk te sturen, en niemand voelt zich veilig. En wat krijgen wij ervoor terug? Een ongekend niveau van passiviteit.
Het afgelopen jaar zijn we in beslag genomen door externe bedreigingen, maar het lijkt erop dat we de interne bedreigingen die zo’n zware tol eisen, niet langer kunnen negeren. Wij kunnen niet langer zwijgen.
Deze week zullen we de ‘Mars van de Doden’ leiden, beginnend bij de Knesset. Deze protestmars is een rouwkreet, een pleidooi voor verandering, een vraag naar gerechtigheid, veiligheid en een leven vrij van angst. Ik roep alle jonge mensen in de Arabische samenleving op om zich bij ons aan te sluiten – maar niet alleen zij.
We hebben door pijnlijke ervaring geleerd dat te veel onschuldige mensen uit alle segmenten van de Israëlische samenleving naar deze plaatsen van misdaad en moord worden getrokken. Dit is een protest voor ons allemaal.
De politie maakt melding van ‘inspanningen’ en ‘onderzoeken’, maar in werkelijkheid blijft een groot aantal van deze zaken onopgelost. Het ophelderingspercentage voor moorden in de Arabische samenleving is schrikbarend laag vergeleken met dat in de Joodse samenleving. Criminelen blijven vrij rondlopen, zonder angst voor de gevolgen. De boodschap is duidelijk: Arabische levens zijn minder waard.
Als co-CEO van het Arabisch-Joodse Centrum voor Gelijkheid, Empowerment en Samenwerking – Negev Instituut, dat jaarlijks met meer dan 10.000 Arabische jongeren en jongvolwassenen werkt via programma’s gericht op onderwijs, werkgelegenheid en het bestrijden van nietsdoen, is een van onze voornaamste doelstellingen het om een gedeelde samenleving in Israël op te bouwen, gebaseerd op gelijkheid, wederzijds respect en kansen voor iedereen.
Maar hoe kunnen we spreken over een visie op partnerschap als jonge mensen mij vertellen dat ze bang zijn om naar school of werk te gaan? Alle investeringen in deze programma’s verbleeken in vergelijking met de verlammende angst waarmee ze worden geconfronteerd.
Het geweld creëert een kloof in het opbouwen van een gedeelde samenleving
Dit geweld schaadt niet alleen de Arabische samenleving; het creëert een diepe kloof die ons ervan weerhoudt een gedeelde samenleving op te bouwen waarin iedereen zich veilig voelt. Joden en Arabieren die zij aan zij leven moeten zich veilig voelen in zowel Arabische als Joodse steden. Maar hoe kan integratie plaatsvinden als wij, Arabische burgers, bang zijn om onze huizen te verlaten? Hoe kunnen we een normaal leven leiden als moeders bang zijn hun kinderen naar school te sturen en vaders zich zorgen maken dat hun kinderen naar het werk gaan?
Dit is geen lot. Het geweld in de Arabische samenleving is niet het gevolg van ‘cultuur’ of ‘traditie’, zoals sommigen beweren, maar van jaren van verwaarlozing, discriminatie en minachting door de autoriteiten. Middelen worden niet toegewezen; onderwijs, welzijn en infrastructuur worden onvoldoende aangepakt; en de politie is afwezig waar ze het meest nodig is – om misdaad te voorkomen en niet alleen achteraf erop te reageren.
Dit geweld is niet alleen een probleem voor de Arabische samenleving – het is een probleem voor de Israëlische samenleving als geheel. Als een hele gemeenschap in angst en onzekerheid leeft, kunnen we niet praten over gedeelde levens, een stabiele economie of een betere toekomst voor ons allemaal.
Daarom roepen we tijdens deze mars niet alleen de regering en de politie op om in actie te komen, maar ook de Joodse burgers om te erkennen dat dit een strijd is voor de hele samenleving. De ene gemeenschap kan niet gedijen, terwijl de andere bloedt.
Deze week zullen we marcheren om te laten zien dat ons leven ertoe doet, om uit te roepen dat we niet alleen zijn, en om veiligheid en gerechtigheid te eisen. Het is tijd dat de staat Israël begrijpt dat het zijn fundamentele plicht is om de veiligheid van al zijn burgers, inclusief de Arabieren, te waarborgen.
Sluit je aan bij de mars. Samen kunnen we deze realiteit veranderen.
De schrijver is co-CEO van het Arabisch-Joodse Centrum voor Gelijkheid, Empowerment en Samenwerking bij het Negev Instituut voor Strategieën voor Vrede en Ontwikkeling (AJEEC-NISPED).