Liefdadigheidsinstellingen en non-profitorganisaties met winkels moeten een dunne lijn bewandelen bij het accepteren van donaties in natura van het publiek.
Als ze voorwerpen wegsturen die ze niet kunnen gebruiken, kunnen ze ondankbaar overkomen. Maar als ze accepteren dat alles wordt afgeleverd, verliezen ze geld en gebruiken ze hun beperkte middelen op het gebied van tijd, brandstof en de kosten van verwijdering.
Bestaat er een interventie die dit urgente probleem zou kunnen verhelpen nu we de feestdagen ingaan?
Mahyar Eftekhar van de Arizona State University, universitair hoofddocent supply chain management aan de WP Carey School of Business, en twee medewerkersAnderen die aan dit onderzoek hebben meegewerkt, zijn onder meer Sindy De La Torre Pacheco, directeur operations en analyses bij St. Vincent de Paul, en Chao Wu, voormalig ASU-promovendus en nu assistent-professor supply chain management aan de Wayne State University. voerde in 2020 een veldexperiment uit met de Phoenix-afdeling van The Society of St. Vincent de Paul, een liefdadigheidsinstelling die mensen met lage inkomens helpt. Het trio implementeerde een „sociale norm“-interventie waarbij Sint Vincentius a Paulo aan potentiële donateurs duidelijk maakte dat de meeste mensen alleen spullen doneren die in goede staat verkeren. Het idee is dat, omdat mensen geneigd zijn sociale normen te volgen, mensen die informatie in overweging zouden nemen bij het beslissen wat ze zouden doneren – en er hopelijk voor zouden kiezen om alleen bruikbare spullen te doneren.
Bijna vier jaar later zijn hun bevindingen gepubliceerd in een nieuw onderzoek met de titel ‘Verbetering van de kwaliteit van donaties in natura: een veldexperiment’, waarin donoren worden geïnformeerd over de kosten van ongebruikelijke donaties.
ASU News sprak met Eftekhar over hun tussenkomst en hoe u deze feestdagen en daarna kunt helpen de donaties in natura te verbeteren.
Noot van de redactie: Het volgende interview is aangepast voor lengte en/of duidelijkheid.
Vraag: Hoe bent u op het idee gekomen voor uw onderzoek naar donaties in natura, en wat motiveerde u om het af te ronden?
Antwoord: De kwestie van donaties in natura van lage kwaliteit is een bekend probleem bij zowel liefdadigheidswerk als bij rampenbestrijdingsoperaties. Helaas doneren veel mensen spullen die ze niet meer nodig hebben, ervan uitgaande dat iemand anders ze nuttig zal vinden. Dit is de reden waarom veel hulporganisaties na rampen worstelen met de uitdaging om nutteloze donaties in natura op te ruimen. Ik werkte al samen met St. Vincent de Paul Phoenix aan een ander project toen een van hun managers, Sindy De La Torre Pacheco, de kwestie van donaties in natura ter sprake bracht. Met haar hulp hebben wij dit onderzoek kunnen voltooien.
Vraag: Wat was je meest interessante vondst?
A: Wat ik het meest interessant vond, is dat mensen veel gemakkelijker sociale normen volgen dan dat ze informatie verwerken en ernaar handelen. Het is gewoon gemakkelijker voor ons om normen te begrijpen en ermee akkoord te gaan – het voelt natuurlijk aan. … Sint-Vincentius de Paul liet hun donateurs eenvoudigweg weten dat “de meerderheid van de donateurs ons artikelen geeft die in zeer goede staat verkeren en waarvan de kans groot is dat ze in onze kringloopwinkels in de Vallei worden verkocht.”
Vraag: Wat was het tastbare resultaat van de implementatie van uw interventie?
A: Dankzij de bemanning van St. Vincent de Paul, die fantastisch werk heeft geleverd bij het implementeren van de interventie en het verzamelen van de gegevens, tonen schattingen aan dat de sociale norminterventie de onbruikbare donaties die St. Vincent de Paul ontving met 50% verminderde, wat leidde tot substantiële besparingen zonder extra kosten.
Vraag: Kan dezelfde methode die u in deze onderzoeken hebt gebruikt ook andere maatschappelijke problemen aanpakken?
Dus wat kan ik doneren?
Volgens het onderzoek kunnen non-profitorganisaties onder meer voorzichtig gebruikt of zo goed als nieuw gebruiken:
• Kleding.
• Meubilair.
• Kleine apparaten.
• Speelgoed.
• Boeken.
Zaken die moeten worden afgevoerd zijn onder meer:
• Bevlekte kleding.
• Gescheurde dekens.
• Kapotte meubels.
• Gebruikte kinderautostoeltjes of wiegjes.
• Gebruikt matras of boxspring.
A: Absoluut! Samen met een collega van MIT Sloan, professor Karen Zheng, haar promovendus en veldpartner in Ghana, gepromoveerd Richard Boso, heb ik gewerkt aan het implementeren van twee gedragsinterventies om voedselverspilling in restaurantkeukens in Ghana te verminderen. Het onderzoek was een groot succes: onze resultaten toonden aan dat deze interventies de voedselverspilling met 9 tot 19% konden verminderen. Dat is een aanzienlijke impact, vooral als je bedenkt dat slechts 15% minder voedselverspilling in Ghana zeven miljoen mensen in het land zou kunnen voeden.